Het regent al 3 dagen (zo lijkt het) en het is koud. Het is oktober en de paarden zitten dus nog niet optimaal in hun wintervacht. Het is echt van dat weer waarbij je denkt “ik ben blij dat ik geen paard ben” want die van jou staan immers 24/7 buiten. Je trotseert de regen en holt de wei in om de paarden te voeren. De ochtend lijkt daarin niet heel opmerkelijk, totdat je bij je paard aan komt. Een goedemorgen-hinnikje kan er dit keer niet vanaf . In plaats daarvan kijkt je paard triest uit z’n ogen en staat te rillen. Even krijgt hij zelfs kramp in een achterbeen…merkwaardig…maar, weemoed maakt al gauw plaats voor ratio. Een paard is geen mens en heeft dus geen warme of droge ruimte nodig bij kou en regen…toch?

Antropomorfisme is een morele discussie op zich. Antropomorfisme wil zeggen dat we onze menselijke gevoelens/emoties niet mogen toekennen aan dieren. Het is een regel uit de wetenschap die voortkomt uit de overtuiging dat een activiteit van een dier niet meer is dan dat wat je als wetenschapper kunt zien en meten. Een wetenschapper kan niet “meten” wat een paard voelt dus is rillen niet meer dan een fysieke waarneming. Bij menselijke gedragingen voldoet wel een meer emotionele terminologie. Hierdoor lijkt het alsof dieren in tegenstelling tot mensen geen gevoelens/emoties hebben.*

De morele status van het paard lijkt in Nederland langzaam te verbeteren. We zijn ons er steeds meer van bewust dat paarden wel degelijk emoties en gevoelens hebben net als wij. Paarden kunnen blij zijn om een goede paardenvriend weer terug te zien of depressief zijn en rouwen om het gemis van een goede vriend. Soms sterven ze zelf(s) van verdriet, net als wij. Maar paarden kunnen ook voldaan of trots zijn na een moeilijke prestatie en genieten van teambuilding, net als wij. En paarden kunnen ook kou lijden en dan rillen ze, net als wij.

Ieder paard is anders. Het rechter paard op de foto lijkt het sneller koud te kunnen krijgen dan het linker paard omdat zijn lichaamstemperatuur onder dezelfde omstandigheden lager is
Zodra onze omgeving kouder wordt reageren de paarden net als wij. Om onze lichaamstemperatuur op peil te houden daalt als eerste de oppervlaktetemperatuur zodat er minder warmte wordt afgegeven aan de omgeving. Dit “isoleren” gebeurt bij paarden door het aanmaken van de wintervacht, het afzetten van lichaamsvet en door het dichtknijpen van de bloedvaatjes in de huid. Bij mensen noemen we dit kippenvel. 

Als ondanks de isolatie de kou toch binnendringt in het lichaam volgt plan B: rillen. Rillen is een vorm van arbeid waarbij energie vrij komt in de vorm van warmte waardoor de lichaamstemperatuur kan stijgen. Indien de warmte die door rillen wordt opgewekt het lichaam meer energie kost dan dat het warmte oplevert volgt plan C: onderkoeling. Het lichaam gaat in overlevingsstand, bloed stroomt alleen nog naar de vitale organen. De benen horen hier niet bij. Dit is de reden waarom het paard in bovenstaand voorbeeld ook last begon te krijgen van kramp.

In wezen is het proces van kou lijden dus vergelijkbaar met dat van ons.

Het ene paard ervaart eerder kou dan het andere paard. Natuurlijk zal een gezond paard dat bevoorrecht is zijn wintervacht te mogen ontwikkelen en behouden het niet snel koud hebben. Veel van deze paarden kunnen prima 24/7 op de wei, maar niet ieder paard en niet iedere huisvesting is hetzelfde.

De kans op kou lijden wordt groter wanneer:

  • het paard gevoelig en/of zwakker is (oud/jong/geblesseerd/mager etc)
  • er weinig/geen (voor het paard geschikte) schuilgelegenheden zijn
  • het paard nat is en/of in de wind staat
  • de kudde klein en/of instabiel is
  • het paard op hoefijzers staat
  • er niet onbeperkt ruwvoer wordt aangeboden
  • de permanente bewegingsruimte klein is

‘Kou lijden’ moet op de eerste plaats gezien/(h)erkend worden. Daarna kunnen de leefomstandigheden (tijdelijk) afgestemd worden op het kou-lijdende-paard.

Niet hopen dat je paard zich aanpast aan het nederlandse klimaat en het soms medogenloze schuilstallenbeleid in jouw gemeente, want een paard dat kou lijdt, lijdt, net als wij.

* Voor meer informatie over speciesisme/de status van het dier :

Rene ten Bos – Het geniale dier, Amsterdam, Boom, 2008

Martha Nussbaum – Een waardig bestaan, Amsterdan, Ambo, 2006

Frans de Waal – Een tijd voor empathie, Amsterdam, Contact, 2009

2 gedachten over “Kan een paard kou lijden?

  1. Opmerking over de conclusie bij de warmtefoto van de twee paarden.
    Is het niet juist zo dat het linkerpaard sneller last zal hebben van de kou?
    Je meet de oppervlaktetemperatuur. Het rechterpaard Is wellicht beter geïsoleerd, waardoor zijn oppervlaktetemperatuur lager Is. Kijk ook maar naar de manen. Die zijn heel laag in temperatuur, maar daaronder zal het paard best lekker warm zijn.

    1. Beste Els,

      Dank voor je vraag. Ik moest je het antwoord enige tijd schuldig blijven omdat ik te weinig kennis had van thermografie. Inmiddels weet ik voldoende om te kunnen concluderen dat ik mij meer op de achtergrond mag houden als het gaat om interpreteren van thermografische foto’s. Mijn excuses voor de verwarring. Ik heb de uitleg bij de foto inmiddels aangepast.

      Wat ik je wel kan vertellen is dat het linker paard inderdaad een dikkere wintervacht en een hogere body score index heeft dan het rechter paard. Verder hebben beide paarden 4000m2 vrije loopruimte, een geschikte schuilgelegenheid en onbeperkt (geanalyseerd) hooi tot hun beschikking zonder slow feeder. De foto is gemaakt op een droge koude dag (temperatuur rond het vriespunt).

      Hopelijk heb ik je vraag zo voldoende beantwoord?

      Met vriendelijke groet,

      Sara Kampert

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Solve : *
21 ⁄ 3 =