De periode april/mei tot september/oktober is de ideale periode om de gezondheid van je paard een zet(je) in de goede richting te geven.
– De temperaturen zijn gestegen
– Het daglicht en het aantal zon-uren neemt toe
– Last but not least, de paarden kunnen de (kruiden)wei weer op

Ik ben ieder jaar gezegend met een schitterende kruidenwei. In april is die nog wat groen, in mei gaat geel overheersen en in juni wordt het een mooi schilderij met roze witte gele en paarse bloemen. Ook staan er verschillende struiken/hagen en bomen bij mij in de wei die geschikt zijn om door de paarden gesnoeid te worden.

Heel veel voedingsstoffen zitten er in de zomer in de kruidenwei vanwege de enorme diversiteit aan kleuren en structuren. Hoe diverser het landschap (hoogteverschillen, water, droog, schaduwrijk, zonrijk, etc.) en hoe diverser de grondsoorten (klei, zand, loss) hoe waardevoller de kruidenwei want hoe groter de diversiteit. Zowel bomen struiken als planten bevatten een breed scala aan voedingsstoffen en een verscheidenheid aan structuur. Ieder moment van de dag en nacht en met ieder veranderend weertype is een kruid fysiologisch en energetisch net weer even anders. Iedere maand groeien en bloeien er ook weer andere kruiden waardoor ook voedingsstoffen weer veranderen. De kruidenwei is een supermarkt en apotheek tegelijk. Veel paarden weten instinctief wat ze nodig hebben als het aanbod maar divers is en als ze maar de kans krijgen te kunnen kiezen uit dat wat ze kennen. Dat zijn dus nìet de bloemen bomen of struiken die in een gemiddelde voor-/achtertuin staan, maar in de regel wel dat wat bij ons in de vrije natuur en inmiddels ook bij mij in de wei groeit.

Honger is uiteraard een minder goede raadgever. Ook zijn er altijd individuen die alles een keer geproefd willen hebben of beschikken over een minder goed functionerend onderscheidingsvermogen/zintuigen. Zie ook mijn blog over giftige kruiden.

Maar, als het om verse kruiden gaat die bij ons in de vrije natuur op de open vlaktes voorkomen dan is de tolerantiegraad voor ons gedomesticeerde paard in de meeste gevallen buitengewoon hoog en is het inschattingsvermogen bij onze gedomesticeerde paarden in de meeste gevallen buitengewoon goed.

Een kruidenwei is betrekkelijk eenvoudig te realiseren. De sleutel tot een schitterende kruidenwei betekent in veel gevallen: rust. Veel weilanden zijn immers groen, met soms maar enkele grassoorten. Intensief bemesten gaat hier meestal aan vooraf. Geen enkel kruid zal zich op een groene wei (langdurig) kunnen vestigen want anders hadden ze er al gestaan. Je krijgt waar de grond geschikt voor is, een cadeautje van moeder natuur. Kruidenmengsels op een intensief bemest weiland inzaaien heeft dan ook niet veel zin, die grond is te zuur. Veel kruiden willen licht zure grond. In veel gevallen betekent dat ‘laat de wei met rust en de kruiden komen vanzelf naar je toe’. Kruiden worden niet voor niks vaak “onkruid” genoemd. Ze laten zich vanzelf zien zodra de grond geschikt is. Het zaad kan al jaren in de grond liggen te wachten tot het moment om te ontkiemen is aangebroken. Bemest daarom niet volgens een jaarlijks schema, maar aan de hand van wat er groeit en bloeit op de wei. Om het jaar een laagje compost uitrijden is in veel gevallen voldoende om aantrekkelijk te blijven voor de meeste wilde kruiden en net niet arm genoeg om (erg) aantrekkelijk te worden voor jacobskruiskruid. 

Wat ook helpt om een kruidenwei in tact te houden is niet alle wei voor 21 juni aan de paarden te geven. Daar waar de paarden pas na 21 juni voor het eerst de wei op gaan zal de wei sterker zijn en na begrazing sneller herstellen. De bodem zal voor 21juni gevoed worden met plantmateriaal wat voor die tijd al is afgestorven en de paarden zullen het minder kort afgrazen waardoor de bodem na begrazen weer sneller herstelt. Ook zullen er dichtere graszoden ontstaan wat ook weer fijn is ter voorkoming van jacobskruiskruid.

Dit groeit er zoal bij mij op de kruidenwei

Mei 2016      

Juni 2016   

Juli 2016     

Onder andere: fluitekruid, duizendblad, muur, winde, groot hoefblad, madeliefje, weegbree, akkermelkdistels, heermoes, hazepootjes, kamille, perzikkruid, herderstasjes, bramenstruiken, rode klaver, witte klaver, hopklaver, zuring, paardenbloem, robertskruid, ooievaarsbekje, duizendblad, wikke,serradella, brandnetel, st janskruid, kleefkruid, biggenkruid, grasklokje, melganzevoet, vlas, paarse dovenetel, canadese fijnstraal, vergeet-me-nietje, zandblauwtje, beemdkroon, akkerkool en zo af en toe een verdwaalde klaproos, korenbloem, zonnebloem, grasklokje, margriet en akker-/mariadistel (althans, haar rozet. De rest van de mariadistel krijgt de kans niet.) Daar doorheen groeien nog allerlei verschillende gassoorten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Solve : *
9 × 5 =